Groepenkast en meterkast worden nog wel eens verwisseld. In de praktijk is de meterkast de plek waar de groepenkast, samen met de water-, gas- en elektriciteitsmeter, het modem voor uw internetverbinding en andere technische apparatuur geplaatst wordt. Hierin zijn alle elektriciteitsgroepen ondergebracht. Vroeger werd het ook wel de zekeringkast genoemd. Van daaruit worden alle elektriciteitskabels naar de diverse ruimten in het huis verdeeld. Per (deel van een) ruimte of verdieping worden de diverse stroom- en lichtpunten verdeeld in verschillende groepen. Die verdeling wordt gedaan aan de hand van de totale capaciteit, gemeten in ampères, die voor elke groep beschikbaar is. Verder worden ook de hoofdschakelaar, een of meerdere aardlekschakelaars en vaak ook een overspanningszekering erin geplaatst. Het aantal zekeringen in een dergelijke kast kan vrij eenvoudig, als de bekabeling gelegd is, uitgebreid worden. Er is echter wel een wettelijk maximum van 12 groepen per groepenkast vastgesteld. Dat geldt overigens voor zogenoemde 1 fase of 230 volt groepenkasten. In thuissituaties wordt het andere type, bedoeld voor 3 fasen of 380 volt (krachtstroom) minder vaak toegepast. Dan gelden ook andere eisen voor de bekabeling, zekeringen, aardlek en de stroomvoorziening van uw energieleverancier.
Ouderwetse peervormige zekeringen konden bij overbelasting of kortsluiting letterlijk uit de kast ploffen. Daar komt ook de spreuk “Er is een zekering uit geknald” vandaan. Tegenwoordig zijn die in de groepenkast vervangen door elektronische modellen die niet alleen veel handzamer maar ook een stuk veiliger zijn. Bij die oude zekeringen werd nogal eens gesjoemeld door in een 10 ampère groep een 16 ampère zekering te schroeven. Dat paste niet meteen, maar met hulp van een paar stuivers kon het wel passend gemaakt worden. Tegenwoordig hebben de zekeringen per groep een maximaal ampèrage waar niet meer mee te sjoemelen valt. Bij de indeling van de groepen is het belangrijk dat de maximale capaciteit niet overschreden wordt. Het is zelfs raadzaam om minimaal 10% marge in te bouwen. Nu is het ook weer niet zo dat een 16 ampère zekering direct doorslaat wanneer hij voor 17 ampère belast wordt, maar het is niet goed. Uiteindelijk gaat de zekering eerder stuk dan de bedoeling is.
Een belangrijk onderdeel van de groepenkast is de aardlekschakelaar. Zoals de naam al aangeeft schakelt die de stroom van de groep of groepen waar hij aan gekoppeld is, af wanneer hij constateert dat stroom weg lekt. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer kortsluiting in een groep dreigt te ontstaan. De aardlekschakelaar grijpt dan in voordat apparatuur stuk gaat of, erger nog, brand ontstaat. De oorzaak van die kortsluiting is meestal een defect apparaat of defecte bekabeling. U hoeft niet voor elke groep een aparte aardlekschakelaar in de groepenkast te plaatsen. Wel mogen niet meer dan vier groepen aan één aardlekschakelaar gekoppeld worden. Het is raadzaam om groepen met een verhoogd risico van eigen aardlekschakelaars te voorzien. Denk bijvoorbeeld aan de keuken en de badkamer. Die eerste vanwege de aanwezigheid van veel apparatuur die ook nog eens een meer dan gemiddeld stroomverbruik kent en de tweede omdat het een ruimte is waar het vaak veel vochtiger is dan normaal. Overigens werd vroeger onderscheid gemaakt tussen aardlekschakelaars voor droge en vochtige ruimtes. Dat is nu niet meer het geval. Wel zijn er aardlekschakelaars die een hogere detectiewaarde hebben, maar die worden in de praktijk nauwelijks gebruikt.
De aardlekschakelaar is verplicht, maar er is nog een zekering die eigenlijk iedereen zou moeten installeren: de overspanningszekering. Die zorgt er namelijk voor dat in geval van overspanning uw apparatuur in huis beveiligd is. Voor de meeste tv’s, computers en andere dure 230 volt apparatuur is het namelijk funest wanneer ze getroffen worden door een piekstroom die veel hoger is dat de 230 volt waarvoor ze gemaakt zijn. Een overspanningszekering schakelt de stroom in de groepenkast uit voordat de piekspanning schade kan toebrengen. Het komt niet vaak voor maar het wil wel eens gebeuren dat in het stroomnet van de energieleverancier een piekspanning ontstaat. Door een storing of werkzaamheden bijvoorbeeld. De meest bekende piekspanning is blikseminslag, maar daarvoor is alleen een overspanningszekering in de groepenkast monteren niet voldoende. Als u zichzelf en uw apparatuur daartegen wilt beveiligen dan zult u de kast ook moeten voorzien van een bliksemafleider.
Vroeger werden groepenkasten in de meeste woonhuizen voorzien van drie of hooguit vier stroomgroepen. Tegenwoordig hebben we zoveel elektrische apparaten dat een groep per ruimte al heel normaal is. Een gemiddelde kast, die dus maximaal 12 groepen mag bevatten, in nieuwbouwhuizen zit bij oplevering vaak al bijna vol. Meer is ook echt beter in dit geval. U kunt, wanneer u gaat verbouwen, beter meteen een tweede groepenkast plaatsen. Ten eerste is het handig en overzichtelijk wanneer elke ruimte zijn eigen stroomgroep in de groepenkast heeft. Maar er is nog een ontwikkeling die daarbij een rol speelt. Steeds meer mensen richten hun huizen in met geautomatiseerde systemen voor de bediening van licht en apparatuur op afstand. Dat moet allemaal geschakeld worden. Bij de installatie van de zogenoemde domotica oplossingen kan het heel handig zijn wanneer voor elk systeem een aparte stroomgroep in de groepenkast beschikbaar is. Dat is zeker iets om te overwegen wanneer u aan uw stroomvoorziening gaat werken.
Koken op elektriciteit, of inductie, wordt steeds populairder. Die kookeilanden gebruiken veel meer stroom dan de 3500 watt waar een standaard groep maximaal geschikt voor is. Daarom zijn er nu ook zogenoemde kookgroepen die in een groepenkast geplaatst kunnen worden. Een kookgroep bestaat uit twee groepen die aan elkaar gekoppeld worden zodat de maximale capaciteit van de groep dubbel zo groot is. De kookgroepen die voor 1 fase groepenkasten beschikbaar zijn, kunnen maximaal 7300 watt leveren. Er zijn echter ook kooktoestellen die nog meer stroom nodig hebben. In die gevallen dient een 3 fasen groepenkast geïnstalleerd te worden. Die zijn geschikt voor groepen tot maximaal 11.400 watt.
U heeft er wellicht ook al eens over nagedacht om uw huis te voorzien van eigen groene stroom. Voor zonnepanelen zijn diverse, ook betaalbare, oplossingen beschikbaar. De vraag is dan natuurlijk hoe die panelen, waarbij de stroom niet van de leverancier naar uw apparatuur stroomt maar binnen uw eigen elektriciteitsnet wordt opgewekt, aangesloten moeten worden. Wanneer u zonnepanelen gaat plaatsen dan wordt daarbij ook een speciale omvormer geleverd die in de groepenkast of op een andere plek in huis aangesloten kan worden. Vaak wordt die onder het dak, op zolder, vlak bij de zonnepanelen zelf geplaatst. Vervolgens wordt de kabel die de opgewekte stroom vervoert aangesloten in de groepenkast. Afhankelijk van de capaciteit van de zonnepanelen kan dat op een bestaande groep of door middel van het installeren van een of meerdere aparte groepen. Het is dus minder ingewikkeld dan u wellicht zou denken, maar wel een klus voor een erkend installateur. Dat geldt overigens voor al het werk aan de elektriciteitsvoorziening in uw huis.