Voor het vervangen van een oud of kapot apparaatsnoer open einde is het belangrijk zo dicht mogelijk bij de originele specificaties te blijven. De kabellengte wordt bijvoorbeeld kritisch als u deze veel langer kiest dan het origineel. Hoe langer de kabel, hoe meer weerstand de elektrische stroom zal ervaren en als resultaat zal de temperatuur gaan toenemen. Zeker als deze temperatuurtoename groot is, is er een risico tot doorbranden en dat kan verstrekkende gevolgen hebben. Mocht u toch de lengte van de kabel liever een stuk groter hebben, dan is het raadzaam te kiezen voor een uitvoering met grotere aderdikte; bijvoorbeeld 1,5 mm2 i.p.v. 1,0 mm2. Het aantal aders, 2 of 3, hangt vooral af van het feit of het aan te sluiten apparaat aangesloten wordt zonder of met randaarde. Hier geldt dat u gerust een drie-aderig apparaatsnoer open einde kunt gebruiken als een twee-aderige variant al voldoende is. Het enige dat u hoeft te doen is de randaarde ader niet aan te sluiten. Toestellen die met een twee-aderig snoer aangesloten kunnen worden zijn altijd dubbel geïsoleerd, te herkennen aan het symbool met de twee vierkantjes. Bij het aansluiten van een niet dubbel geïsoleerd toestel, met een twee-aderig snoer, kan de toestelbuitenzijde onder spanning komen te staan en dat is zeer gevaarlijk.
Een heel belangrijk item is de maximale stroomsterkte. Wordt deze overschreden dan gaat er een grotere stroom door het apparaatsnoer open einde dan de bedoeling (en veilig) is. Te grote elektrische stromen veroorzaken, afhankelijk van de overschrijding, warmte tot zelfs hitte in de kabel waardoor brandgevaar op de loer ligt. Vindt u geen enkele aanwijzing hierover dan kunt u zelf aan de hand van een kleine berekening bepalen welke aderdikte voor u noodzakelijk is. Hiervoor heeft u eigenlijk alleen het opgenomen vermogen van het apparaat nodig in watt. Door het vermogen (W) te delen door de netspanning van 230V berekent u de stroomsterkte in ampère (A). In onderstaande tabel vindt u richtwaarden voor de maximale stroomsterkte in relatie tot de aderdikte.
Aderdikte mm2 | Stroomsterkte ampère (A) |
---|---|
0,75 | 6 |
1,0 | 10 |
1,5 | 16 |
2,5 | 26 |
Het kabeltype staat altijd in code vermeld op het apparaatsnoer open einde zelf. Enkele voorbeelden van deze codes zijn: H03VVH2-F 2x0.75, H05VV-F 3G 3x1.0 en PUR HO7BQ-F 3x1.5. Afhankelijk van de fabrikant worden sommige letters of cijfers aan elkaar geschreven of los van elkaar geschreven. In onderstaande tabel kunt u zien welke betekenis alle letters en cijfers hebben en hoe u hieruit de kabeleigenschappen kunt afleiden. Bij de beschrijving van het type kabel wordt gebruikgemaakt van diverse codes om de eigenschappen van het betreffende apparaatsnoer open einde in beeld te brengen. Met behulp van onderstaande tabel kunt u aan de hand van een voorbeeldkabel met de codering H05VVF3G1,5 nagaan welke specifieke eigenschappen deze kabel heeft. In praktijk komt het voor dat niet alle rubrieken worden gebruikt of dat de aderdikte apart vermeld wordt. Als laatste producteigenschap noemen we het gebruik. Apparaatsnoeren open einde voor gebruik binnenshuis hebben een ander mantelmateriaal dan uitvoeringen voor buitenshuis. Dit heeft vooral te maken met de chemische en mechanische belasting, die vanwege het mantelmateriaal een stuk hoger ligt. Ook voor apparaatsnoeren open einde die in een binnensituatie in een belastende omgeving, zoals een werkplaats, gebruikt worden dienen dergelijke speciale uitvoeringen gebruikt te worden.
H | 5 | V | V | H2 | F | 3 | G | 1,5 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
toelating | nominale spanning U AC/DC | isolatiemateriaal aders | materiaal mantel | bijzonderheden in uitvoering | geleider | aantal aders | aanduiding ader aarde | aderdiameter in mm2 |
H=geharmoniseerde kabel | 03=300/300V | V=PVC | V=PVC | H=vlakke deelbare leiding | U=ronde massieve leiding | X=zonder geel/groene ader (aarde) | ||
A=nationale toelating | 05=300/500V | V2=warmtebestendig PVC | V2=warmtebestendig PVC | H2=vlakke niet deelbare leiding | R=ronde meeraderige leiding | G=met geel/groene ader (aarde) | ||
07=450/750V | R=natuur- of synthetische rubber | R=natuur- of synthetische rubber | K=gevlochten ader voor permanente installatie | |||||
S=siliconenrubber | N=neopreen | F=gevlochten ader voor flexibele leiding | ||||||
J=gevlochten glasvezel | H=zeer fijne gevlochten ader voor flexibele leiding | |||||||
T=gevlochten textiel | Y=gevlochten ader om flexibele kern |